C.S.V. Ichthus Groningen
#STUDENTENLEVENMETGODForumarchief
gebed - lucas 11:5-13
onlangs las ik Lucas 11:5-13 en toen vielen me een paar dingen op. Vandaag kwam het stuk weer onder mijn ogen en heb ik nog wat nagedacht over die opvallende dingen. Ik heb ze hieronder opgeschreven, want ik ben wel nieuwsgierig naar wat jullie hiervan denken.
Even voor de context: in de eerste 4 verzen heeft Jezus aan zijn leerlingen het Onze Vader geleerd. Het gaat mij om vers 5-13.
Ik begin met vers 9 en 10:
Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan.
Deze tekst wordt vaak uitgelegd als dat je van God zult krijgen waar je om vraagt. Dat is een belofte waar veel christenen aan vasthouden. Deels terecht denk ik, want het staat er inderdaad, maar ik denk ook dat we vaak vergeten te lezen wat er voor staat. Vers 9 begint niet voor niets met 'Daarom'. Laten we eens kijken:
Daarna zei hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd blijft aandringen, en hem alles geven wat hij nodig heeft.
Hier staat dus eigenlijk de uitleg wat er gebeurt als je gaat bidden. De twee vetgedrukte stukken vielen me op.
Ten eerste staat hier heel duidelijk dat je soms heel erg moet aandringen (onbeschaamd zelfs) voordat je iets krijgt.
Ten tweede staat er dat je krijgt wat je nodig hebt. Dus stel dat je om genezing bidt, dan wil dat niet zeggen dat je dat exact krijgt, maar je krijgt wel wat je nodig hebt.
De laatste 3 versen van dit stuk viel me ongeveer hetzelfde op.
Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’
Ook dit stuk hoor ik vaak uitgelegd worden dat als je bidt je het ook zult krijgen. Immers, als je om een brood vraagt krijg je geen steen.
Maar als je goed leest, zie je in vers 13 staat dat het er hier om gaat dat je om de Heilige Geest vraagt. Als je dat doet, zul je Hem ook ontvangen. Dat is hier belooft. Maar over alle andere gebeden zegt dit vers niets.
Waar ik nog over twijfel is of de 2 stukken (grens tussen 10 en 11) een geheel zijn of niet. Zo niet, dan is wat ik hierboven schreef prima. Maar als het een geheel is, dan gaat dus ook het eerste stuk (over het aandringen) over het vragen om de Heilige Geest...
Ik hoop dat mijn gedachten een beetje duidelijk zijn opgeschreven. Wat vinden jullie van deze materie?
Ghe, lijkt een beetje op de studie met Ome Henk op de Karmel, de vraag of God ook regen gebracht had als Elia na 4x was gestopt met bidden .
Ik denk dat er een relatie met discipline in je geestelijk leven in zit.
Zonder hier heel lang op te reageren (ik heb een bord eten voor me staan dat op moet) is in de 1e plaats belanrijk dat hier vereleken wordt met een vriend en met een vader. Met beide heb je een goede relatie (als het goed is) en een vertrouwensband; je weet waar je om kunt vragen, je weet dat diegene het beste met je voor heeft. Waar Jezus vooral op doelt, m.i., is dat, wat je ook aan God vraagt, je het in de relatie met Hem en in vertrouwen moet vragen. Dan komt het goed. Punt. En dat sluit aan bij wat Tjoardster zegt:
Ik denk dat er een relatie met discipline in je geestelijk leven in zit.
Een relatie met God krijg je nl. niet zonder enige mate van dicipline (maar dat is eig. een heel andere discussie)
Dat aandringen staat er denk ik als uiterste, zo van: natuurlijk geeft een echte vriend wat je nodig hebt. En anders moet je er maar om bliven zeuren. Verder ben ik het wel eens dat je soms aanhoudend moet bidden, wat Paulus ook noemt in zijn brieven.
je vraag is of het aanhoudend bidden en het krijgen van datgene voor de Heilige Geest geldt, of voor alles wat je bidt?
geen idee, het wordt idd wel vaak gescheiden gezien, het bidden en ontvangen, en het vragen om de Heilige Geest.
De vraag of dat terecht is is een goede, want is een bijbelstuk met allerlei verwijswoorden. Dat zou wel suggereren dat krijgen wat je bid in dit stuk om de Heilige Geest zou gaan (dat het niet om mooie auto's gaat begrijpt iedereen wel)
Misschien ook een goed idee om te vergelijken met Mat 7:7 vv?
2010-06-07 12:27:35Het koppelwoord 'daarom' is in veel vertalingen waaronder de NBG en de KJV het koppelwoord 'en'. Daarmee impliceert het volgens mij dat er een scheiding zit bij vers 9. 9-13 lijkt mij één geheel, volgens mij zit er geen grens tussen 10-11 maar tussen 8-9. Daarmee wordt dat laatste deel opeens heel duidelijk geplaatst in een eigen context, wat volgens mij bijvoorbeeld als thema 'de goedheid van God gecombineerd met het geven van primair de Heilige Geest aan hen die daarom vragen' kan zijn.
Daarmee maak ik dus een scheiding tussen de twee gedeelten, wat ik overigens niet echt gek vind. Jezus leert hier de discipelen bidden en in het eerste gedeelte denk ik niet dat 'geef ons heden ons dagelijks brood' figuurlijk geïnterpreteerd moet worden. Wat mij betreft is er dus een praktisch, materieel deel (tot v9) en een geestelijk, symbolisch deel (v10-13). Je mag bidden voor praktische gaven zoals voedsel alswel geestelijke gaven zoals vergeving en de Heilige Geest.
Daarbij kan voor mij de oproep van v9 ook nog slaan op de vraag van de discipelen (vers 1): leer ons hoe we moeten bidden! waarop Jezus zegt: vraag en je zult ontvangen. De interpretatie focust zich dan op wat 'het' in vers 9 is (vraag en je zult het ontvangen ). Zelf denk ik niet dat v9 nog onderdeel is van de gelijkenis van vers 5-8 omdat die afgesloten lijkt door het koppelwoord 'en' en omdat die redelijk compleet lijkt als je v5-8 neemt.
Dan zou je meer de vijfslag krijgen: (1) gebed, (2) gelijkenis ter verduidelijking van 1, (3) verdere uitleg van 1, (4) gelijkenis, (5) uitleg van 4.
Goed, zo wat gedachtespinsels
Mooie observatie Proeme!
Zelf geloof ik dat het stuk 1 geheel is, er zit een duidelijke opbouw in die tussendoor verduidelijkt word met voorbeelden, als je daar scheidingen in gaat aanbrengen krijg je m.i. een beetje een rare constructie. Zowel praktische als geestelijke kanten zitten hierin verweven. En ja ik geloof dat 'het aandringen' in gebed ook van toepassing is als het gaat om vragen om de Heilige Geest, waarom zou het hier ineens niet op van toepassing zijn?
Een vertrouwensband is zoals hierboven al genoemd idd een belangrijk punt, maar je moet wel uitkijken om dat als argument te gebruiken om dan het pleiten maar een beetje af te zwakken.
Lees bijv. lukas 18 vers 1-8 of psalm 4. Daaruit spreekt duidelijk hoe mensen aanhoudend bij God smeken om ruimte (ps 4, vet mooi trouwens, niet: oplossing, maar: ruimte) en gerechtigheid (luk 18 ). Dus ja laat God niet los en Hij zal je geven wat je nodig hebt!!